Neem contact op
555-555-5555
mymail@mailservice.com

RUP 142 'Neptune'


Uittreksels

Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)?


Een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) is een instrument dat wordt gebruikt binnen de ruimtelijke ordening om de concrete uitvoering van het ruimtelijk beleid vast te leggen. Het is een juridisch bindend plan dat de bestemming en inrichting van een bepaald gebied of grondgebied regelt.


Een RUP wordt opgesteld door de bevoegde overheid, meestal op gemeentelijk of provinciaal niveau, en heeft als doel om de ruimtelijke ordening op een specifieke locatie te sturen en te beheren. Het RUP vertaalt het ruimtelijk beleid, zoals vastgelegd in bijvoorbeeld een structuurplan of een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, naar concrete voorschriften en bestemmingen voor het betreffende gebied.


In een RUP worden verschillende aspecten van de ruimtelijke ordening vastgelegd, zoals de bestemming van gronden (bijvoorbeeld wonen, industrie, landbouw, recreatie), bouwvoorschriften, de aanleg van wegen en groenzones, en andere ruimtelijke aspecten. Het plan kan ook bepalingen bevatten met betrekking tot erfgoed, milieu, mobiliteit en andere relevante thema's.


Een RUP doorloopt verschillende fases, waaronder een opmaakfase, een openbaar onderzoek en een goedkeuringsprocedure. Na goedkeuring krijgt het RUP een juridische status en vormt het de basis voor het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen en het realiseren van ruimtelijke projecten binnen het betreffende gebied.

Het RUP voor Meulewater en omgeving

De inplantingsplaats van de garages is op heden helemaal niet meer gelegen woongebied zoals eertijds voorgeschreven door het bij koninklijk besluit van 14 september 1977 vastgesteld gewestplan Gentse en Kanaalzone. Dit bestemmings-voorschrift werd opgeheven door het door de gemeenteraad definitief aanvaard RUP ‘Neptune’ dat vervolgens op 28 oktober 2010 werd goedgekeurd door de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen. De toelichtingsnota bij het gemeentelijk RUP 142 ‘Neptune’ vermeldt op p. 9 heel uitdrukkelijk dat de met het RUP strijdige bestemmingsvoorschriften uit het gewestplan worden opgeheven: woongebied, woonuitbreidingsgebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. De opgeheven bestemmingsvoorschriften worden afgebeeld op een plan van de juridische toestand weergegeven op p. 6 van de Toelichtingsnota. Het betreft het deel van het RUP ten oosten van de tramlijn, de volledige latere Meulewater-site, door het gewestplan bestemd tot woonuitbreidinsgebied, evenals het woongebied aan de Botestraat waarin zich de historische villa bevond. 


Uit de aangehaalde Toelichtingsnota bij het RUP blijkt dat de opheffing van het woonuitbreidingsgebied en het woongebied was ingegeven door de wil bestaande groenstructuren te beschermen. 


De Toelichtingsnota bij het in 2010 goedgekeurde RUP bevat op p. 8 o.m. volgende beschrijving van de feitelijke toestand:


“ - ten oosten van en palend aan de tramlijn bevinden zich twee grote parkachtige tuinen met enkele vervallen en leegstaande gebouwen. Deze tuinen hebben een bosachtig karakter en hebben ook zeker ecologische en landschappelijke waarden. Het bosje gelegen tussen de gebouwen van Delhaize en de tramlijn sluit hierbij aan. Aan de zijde van de Botestraat bevindt zich een oude licht vervallen villa die niet beschermd is maar toch een zekere erfgoedwaarde heeft. Vooral de oostelijke en zuidelijke gevel zijn beeldbepalend. Deze villa wordt bereikt via een korte onverharde toegangsweg die uitgeeft op de Botestraat.


 - tussen deze twee parkachtige tuinen en de aanpalende woningen bevindt zich een smalle weg (eigendom van de stad Gent) met openbaar karakter”.


De Toelichtingsnota bij het RUP bespreekt de krachtlijnen van het gemeentelijk RUP die steunen op bepaalde “Uitganspunten en conceptelementen”; te weten:

·       Uitbouw sport-, recreatie-, sociale en socio-culurele voorzieningen nabij de dorpskern van Wondelem.

·       Woonverdichting in de dorpskern en op de assen van openbaar vervoer.

·       Behoud van waardevolle natuur en groen en versterking van de groenstructuur via het vastleggen van groene stapstenen als onderdeel van de parkenkraal:


“Het is hier vooral de bedoeling om de bestaand groenstructuur te versterken door het bestaande groen dat nu volgens de huidige bestemmingen van het gewestplan of BPA geen bescherming geniet, wel te beschermen. Op dit ogenblik (in 2010) heeft enkel het park van het onthaalcentrum “De Sleutel” een juridische bescherming in het BPA. Alle overige groenelementen zijn opgenomen in hetzij een “zone voor openbaar nut” volgens het BPA, hetzij in “woonuitbreidingsgebied” volgens het gewestplan.

Daardoor missen deze juridische bescherming. Bebouwing is er in theorie mogelijk. Deze worden nu in het gemeentelijk RUP als groene stapstenen vastgelegd waardoor, conform de bepalingen van het ruimtelijk structuurplan Gent. Hierdoor wordt de groene dwarsrelatie, die opgebouwd is uit een aantal groene elementen langsheen de Botestraat, binnen Wondelgem-Mariakerke versterkt. De biologische waarderingskaart (BWK-kaart) dient hierbij als referentie. De in het RUP afgebakende groenzones zijn zelfs nog iets ruimer dan die van de BWK-kaart. Ook delen die aansluiten bij de bestaande groenpartijen of onderdelen van parken die zelf geen of weinig waardevol groen bevatten worden toch mee opgenomen. Hierdoor worden uitbreidingen van het bestaande groen mogelijk.

·       (…)

·       Aanwezige open ruimte en groen in het sport- en recreatiecentrum wordt maximaal behouden:

In het gebied is heel wat groen aanwezig ofwel door spontane ontwikkeling ofwel door aanplantingen in functie van de aanleg. De grotere gehelen krijgen expliciet een groenbestemming. Beplantingen aan de rand van het gebied of op de parkings worden behouden. De bebouwings- en verhardingsmogelijkheden worden hiertoe ook beperkt.


·       Parkeerbehoefte opvangen op eigen terrein:


“De activiteiten in dit gebied brengen een aanzienlijke parkeerdruk met zich mee die evenwel niet mag afgewenteld worden op de aanpalende woonstraten. Hiervoor is de uitbouw van voldoende parkeercapaciteit in het gebied zelf noodzakelijk met een minimale aantasting van de open ruimte en het aanwezige groen (…).

De inplantingsplaats voor de garages bevindt zich in de op het bestemmingsplan groen ingekleurde Z1 – Zone voor bos waarvoor verordenende stedenbouwkundige voorschriften gelden, luidend als volgt:

“In het deel van deze zone ten oosten van de zone voor tramlijn en ten westen van het sportcentrum zijn enkel voetgangers- en wandelwegen toegelaten en opritten naar de [rood ingekleurde] zones Z4/Z4’ en Z5 en de eventuele ondergrondse parkeerplaatsen in deze bouwzones. Deze verhardingen zijn enkel toegelaten onder voorwaarde dat hiervoor geen waardevolle bomen moeten worden verwijderd en dat de verharding hiervoor minimaal is en waterdoorlatend.

Waardevolle bomen mogen enkel gerooid worden indien de toestand van de boom dit vereist en er moet voorzien worden in een gelijkwaardige aanplant”.


Nu in de Zone voor bos (Z1) geen ondergrondse parkeerplaatsen worden toegelaten, worden in die zone a fortiori geen bovengrondse parkeerplaatsen toelaten, ongeacht of ze worden aangelegd in open lucht of ondergebracht in een garagegebouw.

De als woning aangekochte historische villa bevindt zich in de op het bestemmingplan rood ingekleurde  Z4’ – Zone voor wonen waarvoor als verordenend stedenbouwkundig voorschrift geldt:

“De villa gelegen in zone Z4’ moet behouden blijven zij het dat uitbreidingen toegelaten zijn binnen de voorziene bebouwbare zone. Er geldt een maximale bouwhoogte van 9 m. De bestaande oprit wordt gebruikt met een zo beperkt mogelijke uitbreiding. De verharding is waterdoorlatend.

De westelijke zone Z4 wordt bereikt langs de dwarsstraat van de Botestraat.

De oostelijke zone Z4 wordt bereikt via de parking op het aanpalende terrein.

De noodzakelijke parkeerplaatsen voor zone Z4 zijn voorzien in de oostelijke zone Z4 of in het project op het aanpalend terrein indien dit samen ontwikkeld wordt met de zone Z4”.


De zone Z4 Zone voor wonen werd inmiddels bebouwd met de meergezinsgebouwen Meulewater Park I en Meulewater Park II.

Een plan van aanleg of een RUP met bindende en verordenende kracht heeft  tot gevolg heeft dat enkel activiteiten zijn toegelaten die gericht zijn op de realisatie van de bestemming van het betrokken gebied. Ruimtelijke uitvoeringsplannen  formuleren een rechtsregel, een algemeen dwingend voorschrift en hebben dus een algemene draagwijdte, een algemeen normatief karakter. Alle stedenbouwkundige handelingen die het behoud of de realisatie van een van een voorgeschreven bestemming verhinderen of voor onbepaalde tijd uitstellen zijn onverenigbaar en strijdig met het bestemmingsvoorschrift en kunnen dus niet vergund worden. Dit standpunt vindt bevestiging in zowel oudere (het arrest van de Raad van State, nr. 14.923 van 28 september 1971 in de zaak Allecourt) als in recente uitspraken van bestuursrechters. 

Share by: